pkn-logo

Hervormde wijkgemeente binnen de protestantse kerk in Nederland

MEDITATIE

En het gebeurde daarna dat Jezus van stad tot stad en van dorp tot dorp trok en er predikte en het Evangelie van het Koninkrijk van God verkondigde. (Luk. 8:1)

De tekst lezend moet je vooral letten op wat er boven die eerste drie verzen uit dit hoofdstuk genoteerd staat: de dienende vrouwen. En ja, in vers 2 en 3 worden die inderdaad genoemd. Met naam en toenaam, met gebeurtenissen of posities in het leven. En met wat ze deden: ze dienden Hem van hun bezittingen!

Een prachtig beeld die dienende vrouwen. Daar kunnen lessen uit geleerd worden, lijnen getrokken naar onszelf en onze tijd. Lijnen van omzien naar elkaar, van diaconaat, van iets over hebben voor het Koninkrijk van God. Genoeg stof om een meditatie mee vol te schrijven!

Maar dat opschrift leidt af van waar het werkelijk om gaat. Natuurlijk komen we in de evangeliën steeds mensen bij Jezus tegen, natuurlijk horen we wat de prediking in hun leven uitwerkt en zijn er lijnen te trekken naar ons eigen leven. Maar het gaat de evangelisten toch allereerst om Jezus Zelf! Daar moeten we op letten. En dan valt in de tekst het woordje ‘trok’ op. Jezus trok, reisde, was onderweg. Die mensen gaan ook, gaan mee, maar dat is bijzaak.

We zoomen wat uit, letten op het verband. Er is steeds sprake van dat trekken en reizen. Maar de woordkeus verraad dat er meer aan de hand is. Hier in hoofdstuk 8 (in het Grieks) staat een woord dat nog heel algemeen is, rondgaan. In 9:51 wordt het al anders. Reizen, staat er in het Nederlands, voortgaan, een bestemming hebben. Jeruzalem wordt genoemd. De richting is bepaald. En weer verderop, 13:22, zien we het nog een keer: Hij trok door steden en dorpen terwijl Hij op weg was naar Jeruzalem. Er is iets gaande. Het Griekse woord dat daar gebruikt wordt krijgt een versterkend voorvoegsel. Er komt versnelling, haast. Het Koninkrijk waar Jezus zo prachtig van gesproken heeft, waar de mensen zo vol van waren geraakt, dat moet verworven worden. Hij moet Zelf de dood in.

Ons oog wordt niet naar die vrouwen getrokken, maar naar Jezus Zelf.

We slaan het oog op Jezus Zelf. Op Zijn gang naar Jeruzalem. En hoe Hij, al gaande en predikend, een klemmend beroep op ons doet om mee te gaan en te ontdekken wat dit lijden en sterven uiteindelijk betekende.

Tot nu toe lijkt het een prachtig tafereel, een volmaakt plaatje, mensen die volgen en goed voor Jezus zorgen. Maar bij dat reizen gaat steeds meer de tegenstand naar voren komen. In hoofdstuk 9 lezen we als Hij door het land van de Samaritanen gaat en discipelen eropuit gestuurd worden om een plek voor de nacht te zoeken: zij ontvingen Hem niet omdat Hij op reis was naar Jeruzalem, waarheen Zijn aangezicht gericht was (9:53). Geen plaats voor Hem in de herberg. Waar hebben we dat toch meer gehoord?

De gang van de Heere Jezus naar het kruis is geen triomfantelijke tocht van een aardse overwinnaar, waarop allerlei wonderen gedaan worden, het is de gang van de Man van smarten. Het wordt een tocht van ontdekken Wie Hij toch is en welke liefde Hem bewoog. Van je ontzetten over de bittere dood aan het kruis, van de gevolgen van de zonde en het kwaad. En stil worden, dat Hij die weg ging. Dat mag heel persoonlijk worden!

M. Aangeenbrug

MEDITATIES:
Meditatie-20240227
Meditatie-20240130
Meditatie-20231228
Meditatie-20231128
Meditatie-20231031
Meditatie-20230926
Meditatie-20230829
Meditatie-20230725
meditatie-20230627
Meditatie 20230530
Meditatie-20230425
Meditatie 20230328
Meditatie 20230301
Meditatie 20230106
Meditatie-20221216
Meditatie 20221118